Olieverf op doek/multiplex. Ca 1929. Afmetingen afbeelding ca 35*28 cm, lijst ca 47*40 cm.
Provenance: Venduehuis der Notarissen, The Hague, 13 November 2013, lot 397; Kunsthandel Simonis & Buunk, Ede; The Rinsema Collection. Met verso echtheidsverklaring van Willem Jos de Gruyter (in 1950 de voorzitter van de stichting die de Jacob Marisprijs aan Ouborg toekent, vanaf 1955 directeur van het Groninger Museum).
Terug naar overzicht aanbod
Biografie
De Haagde kunstenaar Pieter Ouborg volgde de opleiding M.O. Tekenen. Na de oorlog was hij in 1946-1947 lid van Vrij Beelden en in 1955-1956 lid van de Liga Nieuw Beelden. In het interbellum is hij een van de voorvechters van de moderne kunst in Nederland. Tijdens zijn verblijf in Nederlands-Indië waar hij tussen 1916 en 1938 als tekenleraar en onderwijzer werkzaam was, maakte Ouborg tekeningen gebaseerd op oosterse kalligrafie. Tijdens een verlof in 1923 begon Ouborg te experimenteren met het kubisme en in 1931 met het surrealisme. Ouborg was ook na de oorlog belangrijk voor de ontwikkeling van de moderne kunst; onder de titel Experimentelen georganiseerd door de Haagse Kunstkring in 1947, neemt Ouborg deel aan twee tentoonstellingen met overwegend abstracte kunst, in 1955 neemt hij deel aan de expositie “Holländische Kunst der Gegenwart” in Berlijn.