Claes Oldenburg
Butter pat in Berkeley Hills

Biografie

Claes Oldenburg (1929 – 2022)

Oldenburg studeerde literatuur en kunst aan de Yale School of Art. In 1952 besluit hij kunstenaar te worden en gaat hij studeren aan het Art Institute of Chicago. Hij begint met het maken van tekeningen en schilderijen, vanaf 1957 maakt hij driedimensionale objecten. Hij is als beeldhouwer het meest bekend om zijn enorme beelden van alledaagse voorwerpen. In plaats van de verkoop via een galerie, gaat Oldenburg zelf kunst verkopen via een winkel die hij in 1961 opent in de Lower East Side van Manhattan (The Store). The Store wordt gezien als een mijlpaal in de Pop Art en laat zien dat de scheidslijn tussen kunst en andere commerciële producten niet altijd even duidelijk is.
In 1956 verhuist Oldenburg naar New York waar het abstract expressionisme hoogtij viert. Het grootste deel van zijn leven woont en werkt Oldenburg in de Lower East Side. Hij komt in contact met een groep kunstenaars die als reactie op het abstracte expressionisme figuratieve kunst maken zoals assemblages en typografische collages. Van 1959 tot eind 1961 gaat Oldenburg op zoek naar zijn eigen doelen als kunstenaar. Hij kiest niet voor abstractie en hij wil kunst maken die uitdrukking geeft aan zijn betrokkenheid bij zijn omgeving en zijn tijd. Hij maakt in deze periode in honderden tekeningen en collages van jute, karton en andere tweedehands materialen uit zijn omgeving. The Street uit 1960 bestaat uit objecten gemaakt van karton, jute en krantenpapier die samen een weergave zijn van een bruisende stad. The Store uit 1961 bestaat uit fel beschilderde sculpturen en reliëfs in de vorm van commerciële producten en gebruiksvoorwerpen. In The Store worden sigaretten, lingerie en hamburgers allemaal bruikbare onderwerpen voor kunst. De enorme sculpturen van gevulde stof uit The store, door zijn vrouw geknipt en genaaid, worden opgenomen in een solotentoonstelling van Oldenburg in de Green Gallery in 1962. Deze tentoonstelling is een van de eerste tentoonstellingen van Pop Art en het succes ervan heeft sterk bijgedragen aan de ontwikkeling van de Amerikaanse kunst in de jaren zestig.
De tekeningen van Oldenburg zijn steeds belangrijk geweest voor de ontwikkeling van zijn ideeën en de totstandkoming van zijn sculpturen. Zijn schetsboeken laten zien hoe sommige van zijn grote werken zijn ontstaan; grotere tekeningen laten vaak variaties zien in de uitwerking van een thema. Bij zijn keuze om geen abstracte kunst te maken, wordt Oldenburg geïnspireerd door Klee, die zich wendt tot kunst buiten de context van de westerse beschaving; primitieve kunst, kunst gemaakt door kinderen en krankzinnigen. had Dubuffet voegt aan deze bronnen het stadsleven toe. Met deze twee kunstenaars in gedachten ziet Oldenburg het potentieel voor zijn kunst te zien in de cultuur van de Lower East Side in New York. In zijn schetsen reduceert Oldenburg figuren en objecten tot lijnen. The Street krijgt langzaam aan vorm in de schetsen van de activiteit van mannen, vrouwen, kinderen en dieren. De tekeningen doen denken aan de opzettelijke grofheid van Dubuffets figuren maar bevatten niet een enkel beeld, zoals bij Dubuffet, maar de gehele omgeving met wolken, rook, wind en ‘ballonnen’ van spraak zoals in cartoons. Oldenburg gebruikt niet de vormen van primitieve kunst maar het wereldbeeld van een kind, de “primitieve” mens en de “gek” dat wellicht rationeler en verstandiger is dan dat wat wordt gezien als het beschaafde denken.

Informatie uit:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Claes_Oldenburg
https://magazine.artland.com/claes-oldenburg/#:~:text=He%20believed%20that%20his%20colossal,them%20with%20vigorous%20human%20connotations.
https://www.moma.org/documents/moma_catalogue_1985_300296981.pdf